Ik ben een Mrs. Potatohead

Als kind vond ik het geweldig. Poppetjes maken van een aardappel. Ik had een hele bak vol met allerlei verschillende oren, neuzen, ogen en snorren. Urenlang kon ik mezelf zoet houden met dit speelgoed. Door de onderdelen in de aardappel te prikken, kon je de meest grappige creaties maken. Pas als de aardappel uit elkaar viel en de neus op de vensterbank lag, maakte ik weer een nieuwe. En nu ben ik zelf een mrs. Potatohead.  Lees verder..

Het is een drukke week geweest. Naast mijn gewone werkweek stond ik onverwacht voor een zaal vol (oncologie)verpleegkundigen om deel uit te maken van de plenaire opening tijdens de oncologiedagen. Het was een eer om voor zo’n mooi publiek mijn verhaal te mogen vertellen. Mensen die zich stuk voor stuk dagelijks met een groot hart inzetten voor de kankerpatiënt.

Dankbaar

Natuurlijk was ik trots. Het feit dat schildklierkanker binnen deze dagen een stem heeft gekregen, is een enorme stap vooruit in de erkenning van de schildklierkankerpatiënt. Toch was het niet alleen trots wat ik voelde. Ik ben vooral ook erg dankbaar. Alsof ik iets terug mocht doen voor de periode die ik in het ziekenhuis heb doorgebracht. Een periode die vooral door de betrokkenheid van de verpleegkundige een stuk aangenamer is gemaakt. Gewoon door er te zijn. Zij zijn de brug tussen de arts en de patiënt.

Die dag voelde ik me een vogel. Met de vleugels wijd vloog ik, hoog en trots. Mijn motto ‘pluk de dag’, heb ik zéker uitgevoerd. Ik heb met volle teugen genoten.

De dag erna was ik vleugellam. Langzaam voelde ik hoe mijn spieren het opgaven. Dagen later voelde ik me net mrs. Potatohead. Correctie, ik bén mrs. Potatohead! Langzaam val ik uit elkaar terwijl mijn aardappellijf het opgeeft. Er zit niets anders op dan gas terug te nemen en sociale afspraken te verzetten. Ik krijg de rekening gepresenteerd voor de extra bijdrage aan energie die ik heb geleverd. Iets waar ik sinds de schildklierkanker dagelijks rekening mee moet houden, maar koppig als ik ben, niet altijd rekening mee wíl houden. Ik wil leven!

‘We zullen dóórgaan’

En dus stond ik vanmorgen vol goede moed weer op de crosstrainer bij de fysiosport. Met de tong op de schoenen, ijskoude vingers, een ontstoken knie en vastgeroeste schouders. Iedere ademhaling doet zeer in mijn rug, maar ik haal tenminste adem. Op de achtergrond klinkt het foute uur. ‘We zullen dóórgaan’, schalt uit de boxen. Ik lach hardop. “Wat lach je?”, vraagt de therapeut. Ik lach nog harder. Ik denk aan hoe ik mij een een aardappelhoofd voel die langzaam uit elkaar valt. Ik kan tenminste nog lachen, want mijn mond zit nog in mijn ‘aardappel’.

Inleveren is niet leuk, maar waar je inlevert kun je ook weer opbouwen. Ik ga dus voor dat bakje vol oren, neuzen en snorren en bouw mezelf weer op tot de beste versie denkbaar van mrs. Potatohead. Alleen dan zonder schildklier..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

%d bloggers liken dit: