De opdracht

Revalidatiedagboek (6)

afb: free picture wikkimedia commons

Frustratie  en boosheid voeren sinds vorige week de boventoon. De weerstand die ik voelde toen ik aan  het eind van de week naar het revalidatiecentrum reed, is nog steeds voelbaar als een paar dagen later weer de kamer van de psycholoog binnen wandel. Hoe was je week? Vraagt de psycholoog voorzichtig bij het zien van mijn gezicht. En dan komt het…

Een golf van woorden, boosheid, een stortvloed aan opgekropt gevoel wat ik al heel lang niet kwijt kan, stort ik over haar heen. Als ik klaar ben, kijk ik haar schuldbewust aan. Achteraf weet ik niet eens meer wat ik er allemaal uit heb gegooid maar dat het hoog zit mag duidelijk zijn. Het lucht op, maar tegelijk ben ik boos op mezelf. Alle boosheid betreft anderen en het komt niet aan bij het juiste adres.  Het is ook precies dáár waar de grootste frustratie ligt. Ik zou zo graag gewoon willen zeggen, tegen de personen die het betreft wat ik voel, wat er door me heen gaat, wat me beweegt, wat me dwars zit, wat me gevormd heeft, waar het fout is gelopen. Het lijkt me enorm bevrijdend als je dat kunt doen zonder enige schroom.  

Eigenlijk weet ik precies waar mijn hart op een zeker moment heeft besloten dat ik niet meer voelen wil. Ik ben op slot gegaan als een oester. Heel soms open ik mijn schelp om mensen toe te laten, maar de momenten waarop dat gebeurt worden steeds minder. De vraag is dus niet om te achterhalen waarom ik op slot schiet maar meer hoe laat ik mijn gevoel weer toe? Ik heb in de loop van de tijd een blokkade gecreëerd uit een soort van zelfbescherming. Bang voor afwijzing en verlies. Daarnaast ben ik hard geworden voor mezelf. Ik spreek mezelf regelmatig hardop toe ter correctie.

En als je het eens opschrijft? Vraagt de psycholoog. “Ik schrijf een dagboek in een blog, is mijn antwoord. Mooi, maar staat daar in wat je zo boos maakt? Staan daar alle zwarte bladzijden in? Nee. Thuis lees ik door wat ik tot nu toe heb opgeschreven. Algemene gevoelens of ervaringen zonder veel echte diepgang. Zelf in mijn schrijven merk ik een blokkade op. Logisch, want de blogs worden gelezen door een openbaar publiek.

Ik voel me nooit vrij genoeg om te schrijven wat ik zou willen. Daarbij komt dat tegenwoordig iedereen met name op sociale media het nodig vindt zijn mening  liefst zo onvriendelijk mogelijk te ventileren. Iets wat ongevraagd bij het minste of geringste wat je opschrijft , maakt niet uit hoe je het bedoelt, discussies veroorzaakt waar ik helemaal niet in wil zitten. Daarnaast schuilt er een gevaar in schrijven. Mensen trekken conclusies omdat ze niet goed lezen of omdat ik het niet duidelijk genoeg overbreng. Iets wat me stilletjes zelfs de vraag oproept of ik überhaupt nog wel wil schrijven.

Leg je dan ooit je ziel bloot? Weer een nee. Maar wil ik dat wel? Nee. Mijn ziel is van mij. “Schrijf je boosheid eens op, voor jezelf. Niet voor anderen, niet voor mij” zegt de psycholoog, maar voor jezelf. De opdracht wekt weerstand op. Waarom zou ik opschrijven wat ik allang weet. Ik weet toch waar ik boos over ben en op wie en wat is het doel om dat op te schrijven als alleen ik degene ben die het leest? Een vraag die zich een dag later bij de coach herhaalt wanneer “het knopje omzetten” onderwerp van gesprek is.

De knop omzetten is een beveiligingsmechanisme dat ik heb aangemaakt om door te kunnen gaan. Iets wat heel goed heeft gewerkt op momenten dat het écht nodig was maar nu ik tot rust ben gedwongen na de Corona niet meer van toepassing is. Kern van alles is de motivatie om iets wel of niet te doen. Wanneer de motivatie duidelijk is, wordt alles gemakkelijker. Bijvoorbeeld auto rijden. Niet mijn grootste hobby. Iets wat nog steeds angst oproept maar waarbij ik regelmatig een knop omzet. Ik hoef het niet te doen, maar ik doe het toch. Waarom? Wat brengt het me? Wat is het lang termijn effect? Ik moet lachen in mezelf. Motivatie en prikkeling zijn juist al een tijdje de achilleshiel en een grote mede oorzaak van de frustratie en boosheid die ik bij me draag.

Ik denk dat we op een kantelpunt zitten zegt de coach. Ik zie hem niet maar we zullen het zien denk ik met enige weerstand. Komen we weer op de opdracht om de boosheid op te schrijven zegt de coach. Vraag jezelf af wat je zou motiveren om het wel of juist niet te doen. Wat zou het je brengen op de langere termijn. Ik pijnig mijn hersens die al bevroren lijken te zijn sinds de Corona toesloeg en het antwoord blijft blanco. En zo gaat het steeds.

Pas een dag later wanneer irritatie zich opstapelt rondom een mail en een radio terwijl ik tegelijkertijd midden in een verbouwing zit en de prikkels mijn algehele welzijn en rust flink op de kop zetten en het gevoel dat een ontploffing zeer nabij is. Een jarenlange opstapeling van opgekropte boosheid staat op het punt van uitbarsting.  Is dit dan het kantelpunt waar de coach het gisteren over had? Ik geef me er aan over, blok de geluiden van buitenaf zo veel mogelijk uit. Ik trek me terug in mijn persoonlijke bubbel en schrijf als een boosaardige heks alle zwarte bladzijden neer die anderen nooit zullen lezen..

Wordt vervolgd…

De rest van het dagboek lezen 

2 gedachten over “De opdracht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

%d bloggers liken dit: