Jaren geleden werd me in een sollicitatiegesprek gevraagd met welk dier zou je jezelf vergelijken? Vol overtuiging vergeleek ik mezelf met een duizendpoot. Ik pakte alles aan, vond alles leuk en interessant, was enorm leergierig en kon veel dingen tegelijk. Met gemak telefoneerde ik met bedrijven op zoek naar lassers, freezers, draaiers en schilders om tegelijkertijd mijn mail te checken of de post te openen en zonodig te beantwoorden. Ik vond het heerlijk om een duizendpoot te zijn. Het was nooit saai. Ik was altijd druk bezig om me zo hard mogelijk in te zetten voor het bedrijf waar ik voor werkte. De zaken gingen me aan het hart. Werken stond voor mij altijd voorop. Ik ging een deurtje verder op zoek naar een nieuwe uitdaging. De duizendpoot evalueerde in een spin. In het web waar ik werkte vloog ik trots van links naar rechts om alle eindjes aan elkaar te knopen. Ik wreef in mijn acht pootjes bij iedere geslaagde klus en was dolgelukkig. Hard werken, mezelf bewijzen, laten zien dat ik vooral onmisbaar was, was voor mij hoofdzaak nummer één. Gemotiveerd om steeds nieuwe dingen te leren spinde ik het web rond.