“Wanneer ga je nou eens voor jezelf zorgen?” is de vraag die me vanmorgen wordt gesteld. Een goede vraag waar ik het antwoord niet direct op heb. Ik ben gewend te zorgen en zet mezelf daarin vaak op de laatste plaats. Dat begint al simpel wanneer ik me voorneem een kopje thee voor mezelf te zetten als ik uit mijn werk kom en er iets tussen komt. Het gevolg is koude thee of een leeg kopje naast de waterkoker met een theezakje erin dat al een tijdje klaarhangt om gebruikt te worden. Kortom: geen thee!
arbeidsproces
Over Leven: vertrouwen, ambitie, trots en verschil maken!
Sinds ik ziek ben geworden en weer op probeer te krabbelen, voer ik een voortdurend conflict met mezelf. Het lijkt een beetje op een stripverhaal waarbij er op iedere schouder een poppetje zit die je iets in je oor fluistert. Het gevecht tussen goed en kwaad. Aan de ene kant weet ik heel goed wat goed voor me is en aan de andere kant zit daar het rode duivelspoppetje die me zegt dat ik me niet aan moet stellen en gewoon eens moet opschieten met beter worden. Ik heb besloten die mannetjes van mijn schouder te gooien en weer voor mezelf te gaan denken.
Sinds een paar weken loop ik weer met een vleugje trots, door de vertrouwde gangen waar ik me thuis voel. Ik vind het heerlijk om weer deel te nemen aan het arbeidsproces. Ik vind werken leuk. Ik geniet ervan als ik kan produceren. Als er aan het einde van de dag mensen blij zijn met wat ik voor ze heb kunnen doen. Ik vind sowieso mensen leuk. Contacten leggen, regelen en organiseren. Als een spin in een web de eindjes van het web aan elkaar knopen zodat het één begaanbaar geheel wordt.
Juist dóórdat ik lange tijd ziek ben geweest is deelnemen aan dat proces zo enorm belangrijk voor me. Ik bezit een enorme motivatie het beste uit mezelf te halen en te laten zien. Het ziek worden heeft me terug gefloten in mijn kunnen maar geeft me vervolgens weer dezelfde boost om mezelf weer te bewijzen. Met volle kracht vooruit! En dáár ga ik de mist in. Waar ik het juist voor mezelf rustig aan op moet bouwen, voel ik schuldgevoelens en drang naar méér. Stom, zegt het mannetje op mijn schouder dat het goed met mij voor heeft en corrigeert me van volle kracht vooruit naar gepaste kracht vooruit!
En gelijk heeft hij. Het is ook stom! Ik moet namelijk accepteren dat ik nu even op de rem moet om straks weer volop het gaspedaal in te kunnen duwen. Het blok beton dat zo zwaar op mijn vork weegt, heb ik er zelf opgelegd. Wanneer ik op de terug weg ben naar huis neem ik de week nog eens door. Een productieve week waar ik eigenlijk alleen maar heel erg trots op kan zijn. Het méér komt straks vanzelf weer. Dat moet weer groeien, net als het vertrouwen in mezelf dat ik weer mee tel als werknemer in plaats van als patiënt. Voordat ik er erg in zal hebben draai ik straks weer 100% mee in het arbeidsproces en is het vleugje trots uitgegroeid tot een pauwenstaart in zijn volle pracht. Zolang ik mezelf geen betonblok voorschotel, is er niets mis met de ambitie die ik bezit. Sterker nog.. Door nu mijn verantwoordelijkheid te nemen zal ik straks verschil kunnen maken.