Daar lig ik dan open en bloot op de balie van mijn werkplek. Het voelt een beetje naakt. Best een beetje eng. Kwetsbaar.
Het begint al in de ochtend. Schichtig kijk ik om me heen in de bus op weg naar mijn werk. Zo onopvallend mogelijk, mijn neus diep in mijn jas in de hoop niet te worden herkend. De dag ervoor viel de plaatselijke krant in de bus en staarde ik tot mijn grote schrik naar een close up van mezelf. Ik merk dat ik moeite heb met de publieke belangstelling. Hoe doen BN-ers dit? Zal dat ooit wennen? Op mijn werk aangekomen word ik wederom geconfronteerd met mijn eigen beeltenis. Op de balie ligt een exemplaar van ‘De kanker voorbij’. ‘Eigen schuld Ank’, denk ik bijna schuldig, ‘had je maar voor een andere kant moeten kiezen’ eentje waar niet levensgroot je gezicht op te zien is.