Precies viertien dagen geleden op een woensdagmiddag reden we vanuit een totaal andere wereld terug naar huis. Nog niets vermoedend over hoe de twee weken daarna zouden verlopen. Misschien staken we daar al de kop in het zand als een struisvogel want dat ik koorts had was duidelijk en hoesten deden we allebei. Tóch waren we nog niet doorgedrongen van de ernst van de situatie. Het hele Corona gebeuren leek nog steeds een overdreven toestand. Iets wat nu de understatement van het jaar blijkt te zijn.
kanker
Zo gezond als een…
Tja, zegt de huisarts, we schrijven aan oudere mensen en mensen met een verlaagde weerstand vaak nog wel wat extra’s voor bij deze aandoening, maar voor een gezonde jonge vrouw als jij is dat op voorhand niet nodig. Ik schiet keihard in de lach om daarna vol verbazing om me heen te kijken. Gezonde jonge vrouw? Zit die dame soms achter mij? Of bedoeld ze echt mij?
Kleur
Een saaie grijze, beetje miezerige dag, zo zou ik deze dag omschrijven als ik de rolgordijnen omhoog trek en een eerste blik naar buiten werp. Kleurloos is de omschrijving van velen maar feitelijk is grijs een kleur of in ieder geval een mengsel van kleuren. Als je door het grijs heen kijkt zie je alle kleuren van de regenboog.
Een ‘Roller Coaster’ jaar
Het is de dag voor Kerstmis en alles wat er te horen is, is de top 4000 die zijn laatste noten wegspeelt voor morgen het huis zich vult met ons gezin. Tikkel ligt opgekruld in haar mand en ik maak me zo comfortabel mogelijk achter de laptop en overdenk ondertussen het afgelopen jaar. Een jaar dat de boeken in gaat als ‘Roller Coaster’ jaar.
Wederzijds respect
Je blijft toch wel schrijven he, vroeg je me de laatste keer dat ik je zag. Ik zei, ‘ja natuurlijk’ maar in mijn stem klonk de twijfel. Ik denk dat je de twijfel hoorde want met zacht dwang zei je nogmaals dat ik dat écht moest doen. ‘Je hebt wat te zeggen. Goede kanker bestaat niet! ‘ Ik houd mijn woord. In ieder geval vandaag, in iedere geval nu. Voor jou…
the bare necessities of life (de primaire behoeften van het leven)
Ondanks dat ik qua geluid meer in Pieterburen thuishoor rijden we doelbewust de andere kant op in zuidelijke richting. Eindbestemming ‘Neverland’. De weken ervoor zijn moeilijk geweest. Qua gezondheid zit ik allesbehalve lekker in mijn vel, daarnaast zorgt de overgang voor steeds meer overlast en was ik mijn richting compleet even kwijt. Ik begon te denken in termen als ‘niemand en iedereen’, ‘alles en iets’ en ‘altijd en nooit’. Een teken aan de wand dat mijn gemoedstoestand niet de goede kant op gaat. Tijd om even los te laten en mezelf te voeden met rust en ontspanning. 500 kilometer verder vinden we wat we nodig hebben.
De magie van Disney doet zijn werk goed als ook de buitenlucht voor mijn benauwde zeehondenblaf. Krijg je daar nou nooit genoeg van, vraagt een vriendin. Nee! Is ons volmondige antwoord. Wat wij daar binden is zoveel meer dan wat het op het oog lijkt te zijn. Voor ons is Disney niet alleen maar een pretpark met attracties, lange rijen, jammerende kinderen en veel te duur eten en drinken. Het klinkt raar voor mensen die ons gevoel niet delen, maar wij vinden er geluk. Het doet ons denken aan ‘the bare necessities of life’, quality time samen in iets wat ons compleet maakt. Het doet alles waar ik me druk om maak even vergeten. Het geeft me de nodige kracht en geloof dat alles mogelijk is zolang je kunt dromen. Dat als je voorbij je comfortzone durft te gaan de beloning het waard zal zijn. Dat je wonderen tijd kosten. Dat als je op het verleden blijft richten, je nooit zal kunnen zien wat er voor je ligt. Dat je de macht hebt om je eigen lotsbestemming te vinden zolang je maar de moed vind ik je hart. Dat je vooral lol moet hebben in het werk dat je doet. Dat het probeem op zich niet het probleem is maar de wijze hoe jij er zelf mee omgaat. Dat vandaag een goede dag is om te proberen. Dat je ook kunt zweven in plaats van te vliegen. Dat de dingen die mij verschillend maken van anderen, MIJ maken. Dat je naar je hart moet luisteren. Dat het niet uitmaakt welke weg je kiest zolang je maar weet waar je heen wilt. Dat je geweten je gids moet zijn en vooral wat de primaire behoeften van het leven zijn.
Dat laatste is iets wat ik mee naar huis heb genomen. Want wat heb ik eigenlijk nodig? Waarom ben ik nooit tevreden met wat ik heb en wil ik altijd geprikkeld blijven tot meer? Waarom ben ik atijd op zoek naar een nieuw doel? Begrepen te worden? Beter worden, groeien, gezien worden? Is het niet een keer klaar met mezelf te willen bewijzen net zoals dat ik klaar ben met de kanker en alles wat daarbij hoort. Is het niet juist belangrijk dat ik mezelf zie? Dat ik weet waar ik naar toe wil of er misschien al wel ben?
Het antwoord ligt recht voor mijn neus. Ik vind het in Disney als ik de vrolijke parade aan me voorbij zie gaan, Ik vind het in een goed gesprek met iemand die me heeft gelezen. Ik vind het in de kerstboom die de warmte de kamer instraalt en ik vind het een hoopje hond in de mand naast me. Ik laat los wat ik zo wanhopig vasthoud en me door het gewicht naar de bodem doet zakken. Ik laat los…. en zweef..
Wat wil ik
Van juli tot en met oktober vorig jaar doorliep ik een ravalidatie traject. In eerste instantie voor een hernia die chronisch bleek, maar gaande het traject werd me steeds duidelijker dat de hernia niet het enige was dat me dwars zat. De kankerdiagnose en alles wat daar aan vast zat een paar jaar daarvoor, had duidelijk nog wat verwerking nodig en daarnaast was ik allesbehalve gelukkig op mijn werk. Een bore out zorgde voor klachten vergelijkbaar met een burnout. Ik voelde me waardeloos, geloofde niet meer in mijn kunnen en die gedachten werden in een negatieve spiraal versterkt door de stressvolle omgeving waar ik in vast dacht te zitten. Dat ik zelf de keuze had om een ander pad te kiezen, leerde ik tijdens het revalidatietraject. Ik ging meer bewegen, viel 15 kilo af en deed een bewuste stap terug om iets te gaan doen wat ik leuk vond. Er kwam rust en balans in mijn dagelijks leven, mijn werk en mijn hoofd.
Bijna een jaar na de eerste revalidatiedag, maak ik de balans op. Beweging is nog steeds iets wat me goed doet. Ik probeer me te houden aan alles wat ik in die maanden van revalidatie heb geleerd maar toch komt de herniapijn weer terug en stijgt de onrust in mijn hoofd weer. Wat gaat er mis? Ga ik zelf over mijn grenzen heen, passeren anderen de grenspost van mijn wezen? Hoe bewaak ik dat? Mijn gedachten lijken een kluwen wol die geheel in de knoop zitten. Wat doe ik verkeerd? Moet ik meer afstand nemen? Moet ik vaker nee zeggen? Moet ik duidelijker zijn als het om mijn gevoel gaat? Ik voel me vedrietig en aan de andere kant voel ik me blij. Ik voel me opgelucht en teleurgesteld tegelijk. Ik voel…. te veel!
Er is ook in een korte tijd te veel gebeurd. Andere baan, andere mensen om me heen, positief ervaren dat het ook anders kan, een tweede boek, een rijbewijs, een sollicitatie, een verhuizing, een te veel aan prikkels, te veel geven, te veel nemen, te veel vertrouwen, te veel geloven, te veel frustratie, te veel onduidelijkheid, te veel uren, te veel social media, te veel was, te veel huishouden, te veel geschreeuw in de tuin naast me, te veel pijn, te veel slaap, te veel van alles tegelijk.
De constateringen, feiten en conclusies vullen mijn hoofd. Een verdwaalde traan rolt lang mijn gezicht naar beneden. Daar zijn ze weer de vragen. Wie ben ik? Wat wil ik? Wat doe ik of denk ik en word ik daar beter van? Is het helpend? Waar ligt de grens? Hoe bewaak ik die, wat moet ik daarvoor doen of misschien, belangrijker nog, laten…
Kwetsbaar
Het begint al in de ochtend. Schichtig kijk ik om me heen in de bus op weg naar mijn werk. Zo onopvallend mogelijk, mijn neus diep in mijn jas in de hoop niet te worden herkend. De dag ervoor viel de plaatselijke krant in de bus en staarde ik tot mijn grote schrik naar een close up van mezelf. Ik merk dat ik moeite heb met de publieke belangstelling. Hoe doen BN-ers dit? Zal dat ooit wennen? Op mijn werk aangekomen word ik wederom geconfronteerd met mijn eigen beeltenis. Op de balie ligt een exemplaar van ‘De kanker voorbij’. ‘Eigen schuld Ank’, denk ik bijna schuldig, ‘had je maar voor een andere kant moeten kiezen’ eentje waar niet levensgroot je gezicht op te zien is.
Mijn collega heeft het er neergelegd. Uit trots, respect en hulp om mijn boek onder de aandacht te brengen. Ik twijfel of ik het exemplaar moet laten liggen. Ik vind de belangstelling lastig. Ik wil niet opdringen, niet de indruk wekken dat ik dit om de aandacht heb gedaan zoals bij mijn eerste boek ‘Goede kanker bestaat niet’ door derden hatelijk is gereageerd. Ik ben juist zo gelukkig dat ik een nieuwe start heb kunnen maken in een omgeving waar ik me op mijn plaats voel. Het gevoel krijg dat ik word gewaardeerd, ‘er mag zijn’. Werk en privé dien je gescheiden te houden. Hoewel aan de andere kant juist het ‘weer aan het werk gaan na de kanker’ een wezenlijk deel van dit boek is.
De reacties komen al gauw. Stuk voor stuk positief en ik word iets rustiger in mijn gevoel dat mijn gezicht zo prominent op de balie prijkt. Toch blijft het knagen. Hoe kwetsbaar is dit? Het schrijven is al een kwestie van jezelf bloot geven. Dat men jouw persoonlijke verhaal gaat lezen en vervolgens een mening kan delen, is, op afstand, al eng genoeg , maar nu zit ik er letterlijk bij. Het vraagstuk blijft me bezig houden. Waarom heb ik geen moeite met het opschrijven maar wel moeite met de hele persoonlijke vragen over mijn kankerverleden, de gevolgen? Ben ik dit alles eigenlijk wel voorbij?
Ja! Toch wel, weet ik een dag later met stelligheid te beantwoorden. De eerste recensies komen binnen en deze bezorgen me zo’n warmte dat ik van binnen voel dat het goed was om mijn verhaal te delen. Terwijl ik op mijn laptop de reacties lees, valt mijn oog ineens op de datum rechts onderin de hoek. De 14e… De 14e!!!! Met schrik besef ik welke datum het is. Ik ben de 12e voorbij. De dag dat inmiddels zes jaar geleden de helft van mijn schildklier werd verwijderd. Op 26 april, twee weken daarna klonk de diagnose. Geen seconde heb ik er bij stil gestaan en dat is voor het eerst sinds 6 jaar. Goed teken dus! Ik glimlach. Sterk, de kwetsbaarheid verdwijnt weer uit mijn systeem. Totdat ik in de sportschool wordt aangesproken door een sport collega… ‘Hee stond jij niet in de krant..?.’ Helluppp!!
De kanker voorbij is sinds 7 april 2018 te bestellen bij de (internet) boekhandel of via Droomvallei uitgeverij.
De eindstreep
Met trillende stem en de emoties hoog in de keel doe ik mijn presentatie. Kort maar krachtig zoals ik ben. 'Toegeven is juist sterk zijn en kiezen voor jezelf. Hardop zeggen dat het genoeg is en dat je tijd mag nemen om er weer bovenop te komen'.
Geniet!
Al een paar weken loop ik letterlijk op de automatische piloot. Geleefd door de drukte van de dagen op het werk maar ook thuis. Ik zweef op pure adrenaline de dagen door. Slaap hazenslaapjes en hou me vast aan het feit dat de tijd vliegt. Met andere woorden, waar ik tegenop zie, gaat ook weer snel voorbij.
Aan de andere kant wil ik niet dat het voorbij gaat. Wil ik vasthouden aan iets waar ik zo lang mee bezig ben geweest. De geboorte van mijn boek. En een zware bevalling was het. Ik kan dit dubbele gevoel niet zo goed omschrijven. Waarom wil je vasthouden aan iets waarvan je schrijft dat het voorbij is? In de afgelopen maanden heb ik zo enorm geïnvesteerd in verder gaan, achter me laten, verwerken en balans vinden. En ik heb het gevonden. Ik ben geland, ben gelukkig, en zo goed als ‘hersteld’. Is het gewenning dat je dan toch moeite blijft houden met loslaten?
Met de geboorte van dit boek, wil ik dat eindelijk wel kunnen doen. Het is het puntje op de i of de punt achter de zin. De finisching touch van wat een deel van mijn leven was. En toch blijft het kriebelen. Want kan ik dit ooit achter me laten? Of blijft het gewoon aanwezig ergens in een laatje dat af en toe eens open gaat, voor anderen omdat ik als vraagbaak omtrent schildklierkanker en restklachten blijf bestaan of gewoon voor mezelf omdat mijn hormooninstellingen soms niet altijd even stabiel zijn? Misschien ben ik om de laatste reden ook wel zo vreselijk nerveus of misschien denk ik er wel gewoon te veel over na.
Mijn drukke werkweken zitten er na vandaag voorlopig even op. Vanavond geef ik een interview voor een lokale omroep. Morgen laat ik alles los en vier ik feest voor een lieve vriendin die haar ja woord geeft. Iets waarvan ik optimaal ga genieten. Het geluk dat hen toelacht met zoals het weerbericht belooft een zonnetje aan de hemel. De dag erna is de presentatie en neem ik het genieten gewoon met me mee vol positieve energie. Er wordt niet voor niets door een van de voorwoordschrijvers gerefereerd naar een positieve gezondheid visie. Meer kan ik nu niet meer doen. Het boek is immers al geschreven. Wat rest zijn de mensen die, naar ik hoop met veel plezier en herkenning gaan lezen.
‘De kanker voorbij’ is verkrijgbaar bij Droomvallei Uitgeverij