Sinds de schildklierkanker voel ik me soms meerdere personen tegelijk. De ene dag ben ik Kwik, de andere kwek en vaker dan me lief is ben ik Kwak. Vandaag is een uitgesproken ‘Kwak’ dag.
depressief
Onzichtbaar ziek: Ik ben een Pokémon!
De warmte van de afgelopen dagen begint zijn tol te eisen. Schuifelend loop ik voetje voor voetje over straat om mijn hondje uit laten. Nou ja voetje.. Het lijken momenteel meer olifantspoten, zo dik en opgezwollen zijn ze. Mijn enkels ben ik al een tijdje kwijt. Zoeken heeft geen zin. Eerlijk is eerlijk, ik voel me er niet lekker bij. Met de seconde lijk ik dikker en dikker te worden. Achter mij fietst een groepje jongens die Pokémons aan het vangen zijn. Ze wijzen naar me. Ik word er onzeker van. Ben ik een Pokémon?
Onzichtbaar Ziek: Met de neus de andere kant op
Daar staat ze, ze kan geen kant op. Een ontmoeting is onvermijdelijk. Ik kijk haar aan en zeg vriendelijk gedag. Haar neus verkleurt en trekt met een ruk de andere kant op. Ik glimlach en loop verder. Herinneringen van toen, passeren in mijn hoofd. Ik was ziek, zij zagen het niet, begrepen het niet en nu? Nu ben ik zelfs onzichtbaar op straat. Maar ik lach en loop rustig verder. Met de neus de andere kant op.
Kerstroes
Ik bevind me in een kerstroes. De kerstboom beweegt langzaam mee op het ritme van the caroll of the bells. Olaf kijkt me vanaf de vensterbank hoofdschuddend aan en de kerstlampjes lijken te dansen en veranderen van scherpe puntjes in wazige bolletjes en sterretjes. Met twee vingers in de lucht neurie ik mee op de muziek van John Lennons Imagine