Ik ging voor wondcontrole en kwam terug met kanker. Totaal onverwacht kreeg ik een diagnose waar ik van te voren helemaal niet over na had gedacht. De nodus die in mijn hals zat was immers goedaardig, zo had de punctie een paar maanden eerder uitgewezen. Dat ik toch onder het mes ging om de nodus te verwijderen was puur omdat het in de weg zat. Het ding drukte op mijn luchtpijp en op mijn stembanden en bezorgde me flink wat last. Op 12 april werd ik geopereerd. De rechterhelft van mijn schildklier werd verwijderd. Twee weken later ging ik nietsvermoedend op wondcontrole. Het knoopje van het hechtdraadje irriteerde behoorlijk dis dit bezoek aan de arts zou me alleen maar opluchten. Amper 10 minuten nadat we de artsenkamer ontspannen in gingen, kwamen mijn lief en ik er stil en bedrukt weer uit met de diagnose schildklierkanker. “Goede kanker” zo werd het genoemd. Stom, dacht ik, Goede kanker bestaat niet!
schildklierkanker
Door de bomen het bos zien
Het is stil op de dijk maar alleen zijn we niet. Er is leven genoeg. Tikkel drentelt vrolijk naast me, af en toe omhoog springend naar de brutale zwaluw die met ons mee lijkt te vliegen. Een vlinder fladdert rond de vele bloemen langs de berm en in de verte zit een haas met zijn oren gespitst de lucht nauwlettend in de gaten houdend voor roofvogels. Het licht van de zon reflecteert met het witte buikje van de zwaluw glinsterend in de lucht.
De bitter “zoete” waarheid
Verdwaasd kijk ik de huisarts aan. Zijn nieuwe diagnose moet ik even laten bezinken. Mijn keel is kurkdroog en tegelijkertijd breekt het zweet me uit. Ik slik en met het puntje van mijn tong bevochtig ik mijn lippen. Zelfs zonder tranen proef ik het zout. Het vermeende Corona avontuur heeft een nare nasmaak achter gelaten.
Schrijven is mijn venster naar buiten (3)
Hoestend word ik wakker. Ik slik een bal met slijm weg en neem mijn temperatuur. Twee piepjes. Dat betekent verhoging tot koorts. In het venster prijkt een temperatuur van 37.8 graden. De eerste dag dat de eerste meting onder de 38.0 graden aangeeft. Vandaag is dag acht in quarantaine.
Het zijn de kleine dingen…(2)
Met een gloeiend gezicht en een veel te snel en hard bonzend hart kijk ik vanaf de bank naar buiten. Tjilpend strijkt een vogel neer op de tak van de struik boven het vogelhuisje in de voortuin. Vrolijk kwetterend komt er een tweede bij en een derde. Zij zijn onwetend over de 1,5 meter afstand die wij moeten houden. Vrolijk en vrij vliegen ze heen en weer tussen de nieuwe bloesem die steeds meer opkomt in onze tuinen. Het wordt lente. Ik ben blij met dit cadeautje van de natuur.
Zo gezond als een…
Tja, zegt de huisarts, we schrijven aan oudere mensen en mensen met een verlaagde weerstand vaak nog wel wat extra’s voor bij deze aandoening, maar voor een gezonde jonge vrouw als jij is dat op voorhand niet nodig. Ik schiet keihard in de lach om daarna vol verbazing om me heen te kijken. Gezonde jonge vrouw? Zit die dame soms achter mij? Of bedoeld ze echt mij?
Valkuilen dicht gooien
Mijn verhaal begint waar ‘De kanker voorbij’ eindigde
Je kent hem vast wel, het gezegde van de ezel die zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot? Nou, déze ezel stoot zich geen twee keer maar wel drie of vier keer. Kortom ik val steeds in dezelfde valkuilen terwijl ik weet dat ze er zitten. En daarom sta ik nu weer aan het begin van het verhaal waar mijn boek “De kanker aan voorbij” eindigde..
Geland
Nee ik ben niet op vakantie en nee ik ben ook niet op vakantie geweest en tóch ben ik veilig geland. In meerdere opzichten kan ik wel zeggen. Al lange tijd was ik zoekende. Naar rust, naar mezelf, naar iets maar eigenlijk wist ik niet precies waarnaar. De onrust maakte van mij een ander mens. Ik verschool me, liep weg, vluchtte naar plaatsen waar ik geluk vond, maar het weer moest achterlaten omdat je nu eenmaal weer naar huis moet. En nu? Nu ben ik thuis. Geland!
Stil
Het is zo stil in mij, ik heb nergens woorden voor het is zo stil in mij… (van Dik Hout}
Na twee weken heftig hoesten, piepen en knetteren is het eindelijk stil. Het hoesten beperkt zich nog enkel nog tot een kuch wanneer er weer wat slijm los moet maar daarmee houdt het gelukkig op. Deze stilte is gewenst. Anders dan de stilte in mij die me al heel lang parten speelt. Stilte die vraagt om woorden, om uiting van gevoel , om een goede nacht slaap, om een lach.
Ballen in de lucht..
Met een wit gezicht en een hoofd vol snot, dichtvallende ogen en een rauwe zere keel zit ik op de bank. Teruggefloten door mijn eigen lijf. Moe van de drukte van de laatste weken, maanden eigenlijk of veel langer als ik terug ga denken. Een koel glas water spoelt de antibiotica weg. Werd alles maar zo gemakkelijk weggespoeld denk ik een beetje emotioneel. Ik voel mezelf gevangen in gedwongen stilstand. Zoals ik altijd doe wanneer ik ziek, zwak of misselijk ben, verzet ik me hevig tegen het ziek zijn. Het komt nu niet uit!