Toen ik nog een klein meisje was, zag ik het voor het eerst. Ik weet nog dat ik dacht. Ooit zal ik daar heen gaan. Toen ik opgroeide dacht ik er vaak aan. Alleen de stelligheid waarmee ik ooit dacht dat ik daar ooit heen zou gaan werd meer een vraag. Zal ik daar ooit heen gaan? Het werd een soort van bucketlist dingetje. Ik heb niet echt een bucketlist. Sinds dat ik ziek ben geweest, ben ik juist van mening dat je moet genieten van ieder moment. Het speciale zit hem in de kleinste dingen. Dingen die vaak niet worden genoemd op een bucketlist. Je moet gewoon doen wat je wil, kan, wat in je vermogen ligt en vooral genieten, want het leven is zo voorbij.
Genieten doen we, met volle teugen van Canada, Toronto, Algonguin Park, de BBQ, de natuur en van de droom die op het punt staat uit te komen. We laten de blokhut achter ons en gaan we naar Niagara Falls. Eerst nemen we uitgebreid afscheid van de eigenaren van Parkway Cottages. Het is een afscheid met een dikke knuffel. Dankbaar voor de rust en het gevoel van intens geluk dat we daar beiden hebben gevoeld en zij als dank voor de Delfstblauwe klompjes uit Nederland. Het land waar ook de eigenaresse die oorspronkelijk uit New Zeeland komt graag eens naar toe zou gaan. Mooi eigenlijk hoe we allemaal zo ver van elkaar af, zo enorm nieuwsgierig blijven naar het dáár wat niet naast de deur ligt. Allemaal maken we een bepaalde voorstelling van iets dat we eigenlijk niet kennen in de hoop dat het is wat je je er van voorstelt. Enige tijd later zitten we op de weg naar Niagara.
Terwijl we naar onze bestemming toe rijden, ben ik benieuwd of de voorstelling die ik al vanaf kinds aan heb over dit natuurgeweld, klopt. Zal het echt de droom zijn die uitkomt na zo veel jaren? Of zal het tegen vallen? Wanneer we dichterbij komen, krijg ik kriebels in mijn buik. De gekte en de commercie rondom de Niagara Falls zijn geen verrassing. Ik wist dat het vol stond met hotels, casino’s en een kermis. Ik wist dat het druk zou zijn. Sterker nog we waren gewaarschuwd dat we in de meest populaire tijd van het jaar naar de waterval zouden gaan kijken. Al met al valt die drukte gelukkig heel erg mee en zijn we heel snel ingecheckt in ons hotel met kamer op de 12e verdieping met uitzicht op de falls.
Tranen rollen over mijn wangen bij de eerste aanblik van het uitzicht op de watervallen. Ik kan met geen pen, of laptop in dit geval, beschrijven wat ik voel bij het zien van het watergeweld dat zich naar beneden stort onder ons raam. Vanuit onze kamer kijken we breeduit op zowel de Amerikaanse als de Canadese kant van de watervallen. Het is niet te stoppen, net als mijn tranen. Het water blijft zich naar beneden storten, dag in dag uit, jaar na jaar na jaar met een onvoorstelbaar geweld dat trekt en blijft trekken hoe vaak je er ook naar kijkt. Het is alles wat ik me van te voren heb voorgesteld en meer.
Nu we dit moois van bovenaf hebben gezien willen we er naar toe. Snel bergen we de koffers weg en trekken we wat anders aan. Buiten is het warm maar de minuscule druppeltjes van de waterval voelen al meteen koel aan. We lopen langs de waterkant naar de ingang van de boottochten die je tot midden in het watergeweld brengt. In het water varen twee boten. Een boot staat vol met rode poncho’s en de andere met blauwe. Ieder land heeft zijn eigen boot en eigen kleur.
De rij is wonder boven wonder niet lang dus zonder er veel bij na te denken, stappen we even later aan boord aan Canadese kant met een rode poncho. Zo veel gevoelens gaan door me heen. Opgetogen, nieuwsgierig, gelukkig. Even later voel ik maar één ding. Water!! Wanneer de boot de mist van de watervallen in vaart en blijft hangen onder de Canadese waterval zijn we letterlijk nat tot ons ondergoed. We lachen van oor tot oor. Dit is zo overweldigend. Ik denk dat onze lach tot ver in Canada en de Verenigde Staten te horen is. Voor zover ik nog door mijn ogen kan kijken, kijk ik van opzij naar mijn lief. Mijn droom komt hier uit. Nee, méér dan mijn droom want als kind wist ik nog niet dat ik hier zou staan met de liefde van mijn leven.