Wat zie jij als je naar mij kijkt? Zie jij dan die vrolijke vrouw die altijd lacht, omdat het leven mooi is en te kort om niet te genieten en tegelijk zichzelf verbergt achter een glimlach van pijn en verdriet. Voel jij aan waar ik gelukkig van wordt en wat me tot een verwoestende wanhoop drijft. Weet jij dat de vermoeidheid het leven soms zo zwaar maakt dat ik weg zou willen vliegen als een vogel? Wat zie jij als je door mijn ogen kijkt naar de wereld die achter de scheuren en de barsten ligt? En wat nog veel belangrijker is, wat zie ik?
Het is warm en broeierig op de dijk. Mijn jas hangt losjes over mijn arm. Tikkel drukt haar neus in het klamme gras op zoek naar muisjes, een mol of een spoor van de hond die hier eerder heeft gelopen. Ik kom niemand tegen. Ik ben alleen met de gedachten die ik probeer kwijt te raken. Angst en paniek die zich van mij meester maken omdat ik bang ben te gaan verliezen. Mijn hoofd zit vol met vragen en duizenden oplossingen die niet de juiste zijn. Gekmakend. Ik moet er van af, maar een hoofd leeg maken kun je niet dwingen. Het moet gebeuren. Ik moet het laten gebeuren.
Het rondje gaat vandaag aan mij voorbij zonder te kijken hoe mooi het is. Aan het einde van de dijk vlak voordat ik de hoek om ga om naar beneden te gaan, staat een bankje. Het is daar waar ik alles pas werkelijk zie. Ik zie wat achter de barsten ligt. Ik zie onscherpe verte van de schoonheid van de natuur en al het leven daarin.
Zie jij het ook?
Zie je het geloof in de verte als een stipje aan de horizon van hoop? De onschuld van de schapen in de wei, grazend van het uitgestrekte groen onder een grillige lucht die onheilspellend boven ze hangt? Zie je de boomgaard klaar om de vruchten van het leven te laten groeien. Zie je de schoonheid van de bloemen tussen het onkruid op deze aarde? Zie je hoe de wieken van de molen alle pijn en verdriet meevoert op de wind? Zie je hoe de bomen tot bloei komen net als wij dat ooit hebben gedaan?
Met een gelukkig glimlach kijk ik beneden naar een hond die mij op haar beurt tevreden aankijkt.. Mijn hoofd is voor nu weer even leeg. De natuur heeft zijn werk gedaan. Meer dan dit hebben we niet nodig op dit moment. Hoewel een kop thee bij thuiskomst wel welkom is.