Het lijkt zo’n simpele vraag. “Hoe gaat het?” Tóch weet ik het antwoord vaak niet zo één–twee-drie. Tenminste, het ligt er aan wie het vraagt. Eigenlijk raar hoe ik bij de één een compleet ander antwoord kan hebben als bij de ander, terwijl de vraag hetzelfde is. Maar is dat eigenlijk wel zo raar?
Van nature ben ik een positieve meid, dus eigenlijk gaat het altijd goed. Tenminste dat zég ik. Ik lach al jaren het meeste weg, want het wordt er toch niet beter op als ik klaag, denk ik. Klopt ergens ook wel. Omstandigheden, klachten en pijn worden niet beter met het uitspreken van alle ellende, maar tóch schuilt er een enorme valkuil in deze manier van de schijn ophouden. Want dat is het, schijn ophouden. Met lachen en zwaaien bagatelliseren wat er loos is. Als je het niet ziet, dan is het er ook niet.
Dom! Ja, dat weet ik nu. Na jaren lachen en zwaaien, ben ik er eindelijk achter dat ik mezelf hier enorm mee tekort doe in plaats van dat ik mezelf vooruit help. Ja, ik ben die positieve, sterke meid en sta in ieder geval niet te boek als een zeurpiet, maar helemaal eerlijk is het niet. Want ik ben af en toe best even een zeurpiet en weet je; dat mág ook! Alleen durf ik dat niet altijd te zijn.
Omstandigheden
Het heeft alles te maken met hoe veilig ik me voel bij de persoon die het vraagt. Wanneer mijn beste vriendin me vraagt hoe het gaat, zal ik er geen geheim van maken en huil, lach en mopper gewoon zoals het is. Maar is het nou een bekende van wie ik weet dat deze kletst over Jan en alleman, dan houd ik wijselijk mijn mond en lach als een boer die kiespijn heeft dat ‘alles fris en fruitig’ is. Wat mijn antwoord is kan ook liggen aan de omstandigheden waar ik ben op het moment van de vraag, of welke rol de persoon heeft die ik voor me heb , ik bedoel, in welke hiërarchie ik zit met deze persoon. Is het mijn arts, mijn werkgever, mijn collega? Allemaal factoren die meespelen in de openheid van mijn antwoord. Het ligt ook aan mijn stemming of aan de tijd. Kortom: er zijn allerlei factoren die bepalen welk antwoord ik geef op de eigenlijk zo simpele vraag: ”Hoe gaat het?”
Dus… Nee , ik denk niet dat het raar is. Tóch merk ik wel dat ik steeds meer moeite krijg met een antwoord dat mijzelf recht doet. Het stadium lachen en zwaaien ben ik voorbij aan het raken na een paar jaar chronisch ziek zijn. Té eerlijk zijn, kan je de kop kosten, ik bedoel, niet iedereen gaat even aardig om met gevoelens van anderen. Vooral social media is een killer af en toe.
Een tussenweg dus. Open en eerlijk, in balans en volledig rechtvaardig naar mezelf. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het uiteindelijk helemaal niet zo moeilijk is. Kort en bondig. Het gaat zoals het gaat. Minder goed dan ik zou willen, maar beter dan voorheen.
Dit blog is oorspronkelijk gepubliceerd via Onzichtbaar Ziek