ik lig op m`n rug in het gras
en aanschouw de maan
ik vraag haar of zij misschien weet
waarom wij bestaan
waarom we worden geboren
en straks weer gaan
maar ze zwijgt
en kijkt me lachend aan…
Marco Borsato verwoorde het een aantal jaren terug in een prachtige song.. Dé levensvraag die al jaren in mijn hoofd rondzwerft. Waarom we worden geboren, en straks weer gaan?
Het is een vraag naar een antwoord dat niemand kent. Een zinloze vraag dan? Geen idee. Het antwoord zal misschien ooit pas duidelijk worden als je heen gaat of misschien ook helemaal nooit. Zelfs daar weten we het antwoord niet op. Er staat nergens een reden, doel, of waarom geschreven. En toch leven we allemaal in de wetenschap dat er ooit ook weer een einde aan komt.
Op sommige momenten houdt “het waarom” me enorm bezig. Het zijn de momenten waarop gelukkig zijn niet vanzelfsprekend is. De momenten waarop de kleur zwart het licht overheerst en de momenten waarop de hormonen het winnen van mijn verstand en hart.
Gevoelig ben ik altijd wel geweest. Als kind een vederlicht meisje, met een groot hart voor rechtvaardigheid en onvoorwaardelijke liefde. Als puber een overgevoelige jonge meid met boze buien, teleurgesteld in het leven dat nog niet eens was begonnen. Een nog groter gevoel voor rechtvaardigheid en een liefde die overal heen vloog. Onbestendig en ontvlambaar. De jong verliefde ik, was gevoelig voor de liefde van mijn leven. Puur, warm en eerlijk. Een groeiend geloof in het feit dat de teleurstelling en het verdriet uit de pubertijd zou verdwijnen om nooit meer terug te komen.
Helaas het leven loopt zoals het lopen moet. Op ieders pad komen teleurstellingen, verdriet en verlies voorbij. Mijn pad was geen geplaveide weg. Het zat vol met kuilen en hobbels. Leven in een make believe wereld is niet mogelijk. Roze olifantjes blijken gewoon grijs te zijn en het onrecht is er in de maatschappij alleen maar groter op geworden. De hormonen van de pubertijd maakten met het verlies van mijn schildklier, plaats voor de razende hormonen van de overgang gecombineerd met de hormonen die ik kunstmatig binnen krijg via mijn schildklierhormoon.
Waar Marco zingt “laat me voelen dat ik leef!”zijn er bij mij juist momenten dat ik liever niet zou voelen dat ik leef. Deze momenten zijn er gelukkig niet al te vaak, maar als ze er zijn, ben ik doodongelukkig. De hormonen die me eigenlijk in leven houden, vervloek ik op deze momenten. Ik zie ze als de boosdoeners. Zij hebben me veranderd in een mens die ik niet ben.
Op die momenten denk ik terug.. Terug naar een vederlicht meisje met een tutu aan en een groot geloof in haarzelf dat ze de wereld mooier kon maken. Terug naar de verliefde ik.. de onvoorwaardelijke liefde die mijn lief en ik delen ondanks ziekte, verlies, en verdriet. Er móet een reden zijn dat we bestaan. Dat we worden geboren en straks weer gaan… Ik denk aan mijn geliefden die al zijn gegaan en ik weet dat alles niet voor niets is omdat ook hun leven niet voor niets is geweest…
songtekst: Marco Borsato van CD de bestemming
Prachtig verwoord maar pijnlijk realiseer ik me. Is het een zinloze vraag? Ik denk het niet. Niet dat ik denk ooit ook maar in de buurt van een antwoord te komen maar het zoeken heeft me tot inzichten gebracht die ik anders niet gehad zou hebben. Dus ik blijf zoeken, lezen en kijken in de wetenschap dat ik daar op z’n minst zin en voldoening in vind. Ondanks of misschien wel dankzij het gegeven dat het ultieme antwoord uit zal blijven.
Heel mooi verwoord, Anke! Ook ik denk hierover na, wik en weeg, weet dat het antwoord er misschien nooit zal komen, maar hetgeen wat ik op eigen kracht heb bereikt is voor mij al ‘de zin van het geboren worden’…’het gaan’ is een lastiger kwestie om over na te denken…