Revalidatie dagboek (5)
Wanneer ik deze vrije maandagochtend op de dijk loop met Tikkel, klinken de woorden van de coach na een week nog steeds na in mijn hoofd. “Je bent gestopt met leven”…..
Revalidatie dagboek (5)
Wanneer ik deze vrije maandagochtend op de dijk loop met Tikkel, klinken de woorden van de coach na een week nog steeds na in mijn hoofd. “Je bent gestopt met leven”…..
Met een gloeiend gezicht en een veel te snel en hard bonzend hart kijk ik vanaf de bank naar buiten. Tjilpend strijkt een vogel neer op de tak van de struik boven het vogelhuisje in de voortuin. Vrolijk kwetterend komt er een tweede bij en een derde. Zij zijn onwetend over de 1,5 meter afstand die wij moeten houden. Vrolijk en vrij vliegen ze heen en weer tussen de nieuwe bloesem die steeds meer opkomt in onze tuinen. Het wordt lente. Ik ben blij met dit cadeautje van de natuur.
Een saaie grijze, beetje miezerige dag, zo zou ik deze dag omschrijven als ik de rolgordijnen omhoog trek en een eerste blik naar buiten werp. Kleurloos is de omschrijving van velen maar feitelijk is grijs een kleur of in ieder geval een mengsel van kleuren. Als je door het grijs heen kijkt zie je alle kleuren van de regenboog.
Dat het leven niet altijd simpel is, weet iedereen. Het is een gegeven dat soms mooier wordt gemaakt door überpositieve mensen die blij en zorgeloos pretenderen dat zorgen maken geen zin heeft als je er toch geen invloed op hebt, de zon ook schijnt achter de wolken en al dat soort mooie uitspraken die je bijna doen vergeten dat je soms gewoon mag uitspreken dat het gewoon af en toe moeilijk is. Daarom geef ik er de voorkeur aan mezelf te omschrijven als positief realistisch. Het mag gezegd worden. Soms is het gewoon even klote.
Morgen is het zover. We hebben er lang naar uit gekeken. Het was een hectisch jaar waarin we vrij abrubt hebben besloten na 16 jaar te gaan verhuizen. De periode tussen deze plotselinge beslissing en de uiteindelijke koop en verkoop gingen niet zonder slag of stoot. Uiteraard niet, anders zou het maar saai zijn geweest. Nee gelukkig ging alles niet op rolletjes en was de spanning op momenten om te snijden. Wie wil er nu geen spanning?
Mensen die mij kennen hebben het mij vast al vaker horen zeggen. ‘Het leven is één groot feest, je moet alleen wel zelf de slingers ophangen. Nu hangen er bij ons heel wat slingers en vooral rond de feestdagen, maar de laatste weken zijn de serpetines niet aan te slepen. Het is geen feest meer, het is een Topfeest!
‘Why tell me why’ schalt door de kamer. Ondanks de hoofdpijn en de koude rillingen zet ik hem een tandje harder. Het liedje brengt me terug naar een samen luidkeels meezingen met mijn moeder en later naar een vrolijk tuinieren met de buurman van heel veel jaren terug. Een tekst met een boodschap “Kom op mensen, gebruik je verstand, de tijd dringt. Daar is geen twijfel over mogelijk” Wat vliegt de tijd inderdaad voorbij, mijmer ik. Een jaar is niets. Het is zonde om niet te genieten van het leven dat zo ontzettend snel voorbij gaat.
2017 was het meest leerzame jaar ooit. Het lijkt al weer ver weg, maar eigenlijk is het nog maar een half jaartje terug dat ik mijn revalidatie traject afrondde met een paar zeer wijze lessen op zak. Het zijn zware jaren geweest na de kanker in 2012. Een tijd van vallen en opkrabbelen tot een voorzichtig staan om weer te vallen en weer op te staan. Het was in deze tijd dat ‘lachen en zwaaien’ een perfect overlevingsmechanisme bleek te zijn om, hetzij wankel, omhoog te blijven. Ik zeg bewust overlevingsmechanisme want dat was het oprecht. Zonder deze instelling was het anders met me afgelopen.
Natuurlijk moest ik leren om zonder dit mechanisme overeind te blijven. Kracht hervinden om opnieuw te beginnen met gezondere inzichten. Dat bleek een zware klus, maar met behulp van dr. Rossi en een revalidatietraject waar ik achteraf al jaren eerder aan had moeten deelnemen, is het me gelukt om het lachen en zwaaien te beperken tot een minimum.
Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer iets weg lachte, maar de keren dat ik dit mechanisme toepaste was er doodgewoon geen andere mogelijkheid. Niet met iedereen valt immers te praten. ‘Kies je battles’ is een gezondere manier om met de dingen om te gaan. Soms kun je beter lachen en zwaaien en net doen of je neus bloed en soms moet je gewoon zeggen waar het op staat. Ik leerde mijn mechanisme anders te gebruiken.
Sinds een paar maanden lach en zwaai ik nog steeds. Niet langer vanuit een overlevingsmechanisme maar oprecht. Ik heb mijn plekje gevonden tussen de mensen uit de sociale hoek. Met een volle glimlach beantwoord ik de vragen van de mensen die aan mijn balie komen of mij telefonisch benaderen. Vaak is het gezellig druk en soms is het vreselijk rustig. En toch verveel ik me dan niet want mijn werk is op dat moment om een ieder die langs mijn balie komt een vrolijke lach en zwaai te bezorgen.
Vandaag staan er chocolaatjes op mijn balie. Ze worden welkom ontvangen en natuurlijk krijg ik de vraag of ik wat te vieren heb. Met een volmondig ja en een lach van oor tot oor, vertel ik ze mijn feestje. Ik lach en zwaai straks ook vanuit de auto. Niet meer wuivend als de koningin naast de chauffeur maar ik mag zelf de chauffeur zijn. Voor het eerst sinds een hele lange tijd staan mijn voeten volledig stabiel op de grond. Ik ben geland. Ik lach en ik zwaai oprecht!
Een nieuwe baan heeft altijd wat spannends. Een nieuw begin, niet precies wetende wat je te wachten staat, nieuwe gezichten, de in mijn hoofd repeterende vraag “kan ik dit wel”? Een normale spanning van onzekerheid die gepaard gaat met allerlei andere gevoelens, zoals verwachting en hoop. Zo begon ik in de eerste week van dit jaar aan mijn nieuwe baan. Ik heb bewust een deel van mijn loopbaan vaarwel gezegd om aan iets nieuws te beginnen waarvan ik zeker ben dat het menselijke aspect bij mij zal passen.
Natuurlijk is het wennen. Zo veel gezichten , namen en afkortingen die nieuw zijn voor me. Ik wil ze allemaal weten, liefst binnen een week. Ik vergelijk het maar met de motor aan de praat krijgen in een zweefvliegtuig. Dat gaat dus niet, de kunst is te zweven op eigen kracht, vol vertrouwen dat je langzaam en geleidelijk de grond weer onder de wielen voelt. Dat vertrouwen heb ik. Voordat ik begon aan dit avontuur wist ik al dat het goed was en afgaand op de ervaringen in de eerste weken blijft mijn gevoel in stand. Toch is er nog een derde reden om diep in mijn hart te weten dat deze plek, mijn plek gaat worden.
Ik was 13, toen ik in mijn huidige woonplaats kwam wonen. We verhuisden vanuit Brabant naar Gelderland. Voor een meisje in de pubertijd leek het een wereld van verschil. De veranderingen en de situatie op mijn nieuwe school waren verre van ideaal en leidden tot behoorlijk wat spanningen. Al gauw leerde ik in mijn huisarts een goede vriend kennen. Een vertrouwenspersoon waarmee ik kon lezen en schrijven. Hij nam me serieus en sleurde me vaak door hele moeilijke momenten heen. Toen ik trouwde en kort daarop zwanger raakte van een tweeling was hij er altijd. Na de geboorte van de kinderen hoefde ik maar te bellen en hij stond voor de deur. De persoonlijke zorg die hij verleende was uniek. Soms kwam hij wel eens op de koffie, gewoon om even te kijken hoe het ging. Hij sprak dan zijn waardering en trots uit over hoe we het deden met de jongens. “Ik geloof in jou”, waren zijn woorden. Door hem wist ik dat alles altijd op zijn pootjes zou terugvallen.
Ook zei hij me altijd dat hij in mij een gastvrouw zag, iemand die anderen persoonsgerichte service kon verlenen en misschien wel in een dokterspraktijk of zorginstelling of ziekenhuis aan de slag zou kunnen. Ik geloofde er niet in. De onzekerheid die ik toen nog bij me droeg, had nog wat ontwikkeling nodig. Toen de kinderen groter waren en ik weer ging werken, kreeg ik langzaam het vertrouwen dat hij wel eens gelijk kon hebben. Ik weet nog goed hoe fantastisch hij het vond dat ik aan het arbeidsproces ging deelnemen. En toen werd hij ziek. Binnen een zeer korte tijd was hij overleden. Zijn begafenis zal ik nooit meer vergeten. Het voelde alsof mijn beste vriend was heengegaan.
En nu heb ik een nieuwe baan op een plek waar hij vaak te vinden was als opleider van nieuwe huisartsen. Het voelt als thuiskomen na een vermoeiende reis. Alsof het gestuurd is van boven alsof hij dacht.. Het is nu welletjes geweest met haar ongeluk en ziekte, alsof hij weer bij me op de koffie zit en me zegt.. Ik geloof in jou “hier hoor jij thuis”.
Ze zeggen wel eens dat timing alles is. Onze eerste weken van januari zijn verre van saai te noemen met de start van een nieuwe baan, een operatie en een rijbewijs allemaal op hetzelfde moment.