Een veelgehoorde term binnen de zorgwereld is “de menselijke maat”. Een mooie term zou ik in een eerste indruk zeggen. Zéker als ervaringsdeskundige, een titel die ik overigens een beetje verafschuw, als je ziek bent geweest dan ben je tegenwoordig ineens ervaringsdeskundige. Hoe dan ook we moeten de beweging maken naar een menselijker manier van zorgen. Maar wat willen we precies?
Menselijkheid is toch immers juist waar de zorg altijd om gedraaid zou moeten hebben? De mens, de patiënt! Waar is dan ooit de menselijkheid verdwenen om nu weer terug te moeten komen? Menselijkheid zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Zorgen doe je immers met je hart, met gevoel anders was niemand ooit aan een beroep in de zorg begonnen, toch?
Ik geloof niet dat de menselijkheid verdwenen is. In het hart van elke verpleegkundige en arts zit een soort oer gevoel van willen zorgen, beter maken. Dat is al menselijkheid. Alleen missen er nog een aantal basis elementen die eigenlijk zo simpel zijn dat ze voor het oprapen liggen. Wederzijds begrip, heldere communicatie in verstaanbare taal en samenwerking tussen zowel patiënt en medicus als tussen de diverse medici onderling.. Kortom de patiënt zoekt een maatje om mee samen te werken naar zijn of haar eigen herstel.
Een maatje is iemand die naar je luistert, iemand die je begrijpt, troost of je juist wijst op hoe je de dingen anders zou kunnen gaan leren zien. De patiënt wil niet behandeld worden als een dossier of als een nummer, maar als mens, een partner in crime in het bestrijden van iets heel vervelends. Samen sta je immers sterker. Een maatje dus. Toen ik de diagnose kanker kreeg, stond ik na vijf minuten met een handdruk weer buiten. De mededeling U heeft kanker, kwam in de korte tijd dat ik in de artsenkamer zat, helemaal niet aan. Afstandelijker kon het niet. En het hielp mij zeker niet om beter met de situatie om te gaan. Pas buiten kwamen de vragen, de angst en de onzekerheid. Begrip en opvang was wenselijk geweest. Al was het maar een glaasje water of iemand die je even aanraakt en zegt”Goh mevrouw u heeft moeilijk nieuws gehad, gaat het wel? Heeft u vragen?”.
Ook na de diagnose voelde ik me als een mus in een bos vol uilen. Ik hoorde niet bij de witte jassen die over mijn ziekte en herstel beslisten. Ik stond erbuiten. Ik sprak de taal die zij spraken niet. Ik voelde me klein en niet begrepen. Ik tjilpte wel maar niet hard genoeg om gehoord te worden. Totdat ik mijn vleugels spreidde en me liet zien. Wat ik wilde, wat ik voelde, waar ik bang voor was. Communicatie op een dusdanige wijze dat alle partijen de stof begrijpen, met medeleven, gevoel en begrip is is iets dat onmisbaar is binnen menselijke zorg. Communicatie met de patiënt, maar ook met zijn geliefden en mede behandelaars.
Waar ik in de afgelopen jaren het meest tegenaan ben gelopen is het gebrek aan interprofessionele samenwerking. Elke behandelaar lijkt zijn eigen wiel te willen uitvinden terwijl het wiel misschien al lang in de hoek staat te wachten om gebruikt te worden. Als schildklierkanker patiënt liep ik tegen klachten aan waarvoor bij diverse disciplines hulp werd ingeroepen. Een cardioloog voor een op hol geslagen rikketik, een dermatoloog voor de jeuk en uitslag en een neuroloog voor de geheugen en concentratieklachten. Bij de laatste arts die ik de hand drukte met een”sorry ik kan het niet vinden, misschien komt het door de schildklier”zag ik het ineens. Een simpele handdruk van een begripvolle arts die je er aan herinnert dat de patiënt in de handpalm zit en de vingers die de hand omklemmen de diverse disciplines zijn die afzonderlijk van elkaar te werk gaan, terwijl ze ook samen één vuist zouden kunnen maken.
Ik denk dat als die handdruk (link youtube) een begrip wordt, nee, ik moet zeggen, een vanzelfsprekendheid wordt, de zorg op de eerste plaats menselijker gaat worden en op de tweede, niet onbelangrijke plaats, goedkoper. Zie het als twee vliegen in één klap. Een menselijke manier van hand in hand als maten de zorg en de patiënt beter maken!
Deze blog is ook gepubliceerd via Onzichtbaar Ziek
Hai Anke,
Duidelijke taal die wij in onze club ( SPKS) ook horen. Wij zijn dus begonnen met een buddy ( maatje) project voor slokdarm em darmkankerpatienten. Drie ziekhuizen particeperen al, in UMCU draait al een groep. Belangrijkste taak van de buddy is er zijn en luisteren. Het zijn allemaal ( ex) patienten die hetzelfde hebben meegemaakt.
Het programma is uitrolbaar en draait op vrijwilligers.
Met warme groet,
Gerda Schapers
Super Gerda,
Graag zou ik daar meer van weten. Dit zijn constructieve manieren om de patiënt beter te begeleiden met compassie. Ex patiënten weten zo ontzettend veel, waar je tegenaan loopt, hoe je je voelt.. gebruik die kennis! Wat ik wel jammer vind is dat daar geen betaalbare baan van te maken is. Ook zij zetten zich immers met de volle 100% in, zelfs misschien wel meer gezien evt beperkingen. Maar ik vind het een top project! Kunnen wij in contact komen met elkaar via het contactformulier?