Met ferme zekerheid word ik vooruit getrokken. Langzaam kom ik in beweging, meegezogen door de stuwende kracht die mij begeleidt. Wanneer de beweging is ingezet, gaat het sneller en sneller tot het moment dat ik mijn wielen van de grond voel komen. Ondanks het gebrek aan een motor, stort ik niet neer. Ik zweef rustig op de wind, hoog, en veilig en geniet van een prachtig uitzicht. Het voelt als thuiskomen na een vermoeiende reis…
Een nieuwe baan heeft altijd wat spannends. Een nieuw begin, niet precies wetende wat je te wachten staat, nieuwe gezichten, de in mijn hoofd repeterende vraag “kan ik dit wel”? Een normale spanning van onzekerheid die gepaard gaat met allerlei andere gevoelens, zoals verwachting en hoop. Zo begon ik in de eerste week van dit jaar aan mijn nieuwe baan. Ik heb bewust een deel van mijn loopbaan vaarwel gezegd om aan iets nieuws te beginnen waarvan ik zeker ben dat het menselijke aspect bij mij zal passen.
Natuurlijk is het wennen. Zo veel gezichten , namen en afkortingen die nieuw zijn voor me. Ik wil ze allemaal weten, liefst binnen een week. Ik vergelijk het maar met de motor aan de praat krijgen in een zweefvliegtuig. Dat gaat dus niet, de kunst is te zweven op eigen kracht, vol vertrouwen dat je langzaam en geleidelijk de grond weer onder de wielen voelt. Dat vertrouwen heb ik. Voordat ik begon aan dit avontuur wist ik al dat het goed was en afgaand op de ervaringen in de eerste weken blijft mijn gevoel in stand. Toch is er nog een derde reden om diep in mijn hart te weten dat deze plek, mijn plek gaat worden.
Ik was 13, toen ik in mijn huidige woonplaats kwam wonen. We verhuisden vanuit Brabant naar Gelderland. Voor een meisje in de pubertijd leek het een wereld van verschil. De veranderingen en de situatie op mijn nieuwe school waren verre van ideaal en leidden tot behoorlijk wat spanningen. Al gauw leerde ik in mijn huisarts een goede vriend kennen. Een vertrouwenspersoon waarmee ik kon lezen en schrijven. Hij nam me serieus en sleurde me vaak door hele moeilijke momenten heen. Toen ik trouwde en kort daarop zwanger raakte van een tweeling was hij er altijd. Na de geboorte van de kinderen hoefde ik maar te bellen en hij stond voor de deur. De persoonlijke zorg die hij verleende was uniek. Soms kwam hij wel eens op de koffie, gewoon om even te kijken hoe het ging. Hij sprak dan zijn waardering en trots uit over hoe we het deden met de jongens. “Ik geloof in jou”, waren zijn woorden. Door hem wist ik dat alles altijd op zijn pootjes zou terugvallen.
Ook zei hij me altijd dat hij in mij een gastvrouw zag, iemand die anderen persoonsgerichte service kon verlenen en misschien wel in een dokterspraktijk of zorginstelling of ziekenhuis aan de slag zou kunnen. Ik geloofde er niet in. De onzekerheid die ik toen nog bij me droeg, had nog wat ontwikkeling nodig. Toen de kinderen groter waren en ik weer ging werken, kreeg ik langzaam het vertrouwen dat hij wel eens gelijk kon hebben. Ik weet nog goed hoe fantastisch hij het vond dat ik aan het arbeidsproces ging deelnemen. En toen werd hij ziek. Binnen een zeer korte tijd was hij overleden. Zijn begafenis zal ik nooit meer vergeten. Het voelde alsof mijn beste vriend was heengegaan.
En nu heb ik een nieuwe baan op een plek waar hij vaak te vinden was als opleider van nieuwe huisartsen. Het voelt als thuiskomen na een vermoeiende reis. Alsof het gestuurd is van boven alsof hij dacht.. Het is nu welletjes geweest met haar ongeluk en ziekte, alsof hij weer bij me op de koffie zit en me zegt.. Ik geloof in jou “hier hoor jij thuis”.
Oh….. wat mooi!! <3 <3 <3
Wauw, wat mooi is dit, Anke… De cirkel is rond ??