Vandaag is het zo’n dag, Je kent ze wel. Zo’n dag die al verkeerd begint en waarvan je hoopt dat hij gauw voorbij is.
Het begon vanmorgen meteen al fout. De wekker bleek een uur achter te staan waardoor manlief te laat zijn werkdag begon en ik zelf té gehaast de deur uit ben gegaan om nog op tijd bij de huisarts te zijn. Tikkel keek me ietwat beledigd aan toe ik vertrok maar ze moest helaas toch maar even wachten op haar eerste wandeling. Even later zat ik in de wachtkamer van de huisarts te wachten op de spuit die ik in overleg met de revalidatie arts zou mogen halen voor de ontsteking in mijn schouder die me nog steeds parten speelt. Ik had Tikkel nog makkelijk even uit kunnen laten bleek toen ik twintig minuten later nog steeds aan het wachten was. In gedachten zag ik haar piepend bij de deur zitten. Straks maar een lekkere lange wandeling doen als de spuit al lekker inwerkt, dacht ik optimistisch.
Té optimistisch, want toen de huisarts in mijn dossier las dat ik vorige maand al een spuit had gehad die geresulteerd had in een vervelende bacterie waarvoor ik 10 dagen aan de antibiotica had gezeten, schudde hij zijn hoofd. “Ik ga de spuit pertinent niet zetten” zei hij en daarin hield hij voet bij stuk. Het risico op weer een reactie met een bacterie was voor hem te groot en deze keer zou hij in het gewricht zelf moeten spuiten. Een eventuele bacteriële reactie in het gewricht zou mijn problemen nog veel groter maken. Even later stond ik met een nog steeds pijnlijke arm en een verwijzing voor het ziekenhuis weer buiten. Iets in mijn achterhoofd waarschuwt me alvast dat ook dit niet van een leien dakje zal gaan.
Even later loop ik met Tikkel op de dijk om zowel haar eindelijk te ontlasten maar ook mezelf. Meestal vind ik daar mijn rust wel. Deze keer gaat dat helaas niet op. Nog voordat ik de hoek om ben loop ik tegen een loslopende hond aan. Nu is Tikkel een schatje maar als het gaat om de omgang met soortgenoten dan laat haar gedrag nog wel eens wat te wensen over. Gevolg, luid gekef, een hond die maar achter tikkel aan blijft lopen omdat het baasje nergens te bekennen is en een Tikkel die zenuwachtig van links naar rechts springt om de andere hond te vermijden. Eenmaal op de dijk staat het baasje te kletsen met een kennis in haar andere hand nog een hond aan de riem. Met een streng “Nee!” loods ik Tikkel erlangs en probeer de opgebouwde spanning kwijt te raken.
De natuur is prachtig. Een weelderige wildgroei van wat men in de volksmond onkruid noemt kleurt de berm in allerlei kleuren. Wit, geel, blauw, paars, roze. Zoveel soorten die ik zo in een vaas zou kunnen zetten. Zwaluwen spelen tikkertje in de lucht en in het hoge gras lopen twee ooievaars op hun lange stelten. Iets waar ik normaal gesproken in alle rust een foto van zou nemen, maar mijn gedachten worden wreed verstoord door een keffende Tikkel die zo’n honderd meter verder al weer een soortgenoot ziet aankomen.
Hoe ik ook probeer te ontspannen, het lukt niet meer. Wanneer we bijna thuis zijn en Tikkel eindelijk haar spanning kwijt lijkt te zijn en uiterst langzaam met haar neus in het gras gedrukt blijft snuffelen en kuieren, ben ik het zat. Ik heb een dringende behoefte aan koffie, rust aan mijn hoofd en een goed boek.
Zoals ik al zei.. Het is zo’n dag. Zo’n dag dat niets gaat zoals gehoopt. Eenmaal thuis krijg ik een mailtje. De deadline voor “Schild” het blad voor de schildklierpatiënt waar ik nog steeds ieder kwartaal voor schrijf, was gisteren. Met een diepe zucht pak ik mijn laptop en begin te typen om binnen twee tellen opgeschrikt te worden door opgedrongen geluid van buitenaf. Wanneer ik me daarvoor zover als me dat lukt, heb afgezonderd, gaat de deurbel en tegelijk de telefoon. Ik geeft het op voor vandaag. De deadline moet nog maar een dagje langer wachten. Ik moet nu echt koffie….
Soms loopt het zo, heelherkenbaar en volgens mij voor velen.