Hoestend word ik wakker. Ik slik een bal met slijm weg en neem mijn temperatuur. Twee piepjes. Dat betekent verhoging tot koorts. In het venster prijkt een temperatuur van 37.8 graden. De eerste dag dat de eerste meting onder de 38.0 graden aangeeft. Vandaag is dag acht in quarantaine.
Ondanks dat de dag hetzelfde begint als de dagen ervoor, is deze dag anders dan de voorgaande dagen. Ik ben niet zieker. Ik ben niet beter. Het staat eerder een beetje stil. Net als ik zelf, net als de wereld om me heen. Hoewel, stond deze maar even stil dan waren er niet iedere dag meer zieken of doden te betreuren. Konden we de tijd maar terug draaien. Dan speelden de kinderen op straat en lagen de schappen in de winkels vol, gingen verliefde stelletjes uit eten en zaten we collectief op ons werk te mopperen op van alles en nog wat, bezochten we opa’s en oma’s die de kleinkinderen verwenden met knuffels en zoetigheid.
Vandaag is het anders. Ík ben anders. En daar baal ik van. Ik lees een lieve reactie op mijn vorige blog “Wat fijn dat je terwijl je ziek bent zo positief kunt blijven” en bedenk mezelf dat het amper twee dagen geleden is dat ik het stukje schreef en ik me vandaag alles behalve positief voel. Het is alsof vandaag alle gevoelens die ik de afgelopen week heb weggestopt tegelijkertijd omhoog komen. En dat zijn er heel wat. Gevoelens die me terug brengen naar de periode waarin ik de diagnose schildklierkanker had gekregen. Die gemengde gevoelens van sterk zijn, positief blijven, realisme, struisvogelpolitiek, ziek zijn, verlies en eenzaamheid. Gevoelens waarvan de laatste echt de ergste is.
Social media, contact met mensen die ik eigenlijk nauwelijks ken maar die me steeds meer na komen te staan en het schrijven is momenteel mijn venster naar buiten. Ik probeer me te richten op de vogeltjes buiten die ons nog steeds opzoeken. Ik probeer de focus te leggen op die mensen die er wél zijn welliswaar op afstand, op de bloemen op tafel die ik van mijn kinderen heb gekregen die boodschappen voor ons doen en de wensballon van mijn vriedin en toch lijken mijn gedachten vandaag besmet met die personen door wie ik me verlaten voel. Die van wie je juist steun verwacht of hoopt. Die mensen waarvan je het gevoel krijgt dat ze bang voor je zijn dat ze worden besmet door whatsapp of een berichtje.
Ik las gisteren en stuk via RTL nieuws van een meneer die genezen is van dit akelige virus en die nu nog steeds gemeden wordt. En dat voelde ik diep in mijn hart. Want zo gaat het helaas. Mensen zijn bang of hebben geen informatie genoeg of weten gewoon niet wat ze zeggen moeten. Toen ik kanker kreeg, was dat ook zo. Dit is een akelige deja vú van toen. Ik kwam uit de radioactieve jodium behandeling en mensen waren bang dat ze radioactief van mij zouden worden. Ik zei het toen en ik zeg het nu weer, appjes of een klein berichtje zijn niet besmettelijk. Ziek zijn is al erg genoeg. Het helpt beter worden als je af en toe iets van iemand hoort.
Dus schrijf ik en gebruik ik het schrijven als een venster naar buiten. Net als toen moeten de gevoelens er uit. Juist nu het mentaal zo ontzettend goed met me ging en ik alles weer in proportie kon zien, de kanker verwerkt had en minder emotioneel reageerde op dingen die me raakten, komen deze gevoelens in volle hevigheid terug. Ik wil het niet en probeer het tegen te houden door grappige plaatjes te zoeken op facebook. Ik zet het nieuws af en zet de radio aan gewoon omdat al het slechte nieuws verstikt net als het binnen zitten. Het werkt niet mee dat ik nu niet met Tikkel de dijk op kan om mijn hoofd leeg te maken. Dus pak ik een bal en speel met Tikkel in de tuin. Mijn lief en ik hebben meer dan behoefte aan een frisse neus. Van pure ellende en verveling is mijn lief zelfs de tuin gaan stofzuigen.
Ik moet erom lachen. Mijn tranen die de hele ochtend al over mijn wangen rollen drogen op. Die gekkerd houdt me overeind en zet me weer met beide benen op de grond. Angst en depressiviteit zijn een slechte raadgever. Ik mag niet zeuren over eenzaamheid. De mensen in de verpleeghuizen en instellingen die geen bezoek meer mogen of ouderen die alleen zitten die zijn pas eenzaam. De positiviteit moet even terugkomen in dit huis dat op slot zit. Ik zit niet in de gevangenis. Ik mag de tuin in. Ik kijk nog een keer naar de bloemen, de wensballon en de kaartjes, glimlach nog een keer en richt me op de mijn venster naar buiten. Morgen zal het anders zijn.. Op dat moment gaat de telefoon: “Hoe gaat het met jullie”?
Mooi dat je uiteindelijk toch weer wat lichter voelt van binnen. Vaak is er maar een klein iets voor nodig om je weer wat sterker te voelen. Beterschap ?
Lieve Ellie, Ieder berichtje hoe klein ook helpt op dit moment. Ook deze van jou. Dank je wel xxx
Als je niets hoort van mensen waarvan je het wel verwacht dan is dat hard. Vaak is een berichtje een kleine moeite. Waarschijnlijk zijn veel mensen van hun sokken geblazen, zelf bang of weten niet op welke manier te reageren. Ik schrok vanmorgen ineens ook van mezelf. Bij niemand had ik geïnformeerd. Ik wilde het denk ik allemaal niet weten. Vandaag heb ik mezelf een kleine schop onder mijn kont gegeven en ben links en rechts eens gaan vragen hoe het met familie en vrienden ging. Had ik eerder moeten doen. Ik weet het.
Lieve Mies,
Klopt inderdaad dat velen het misschien niet eens weten. Ook zijn velen bang en dat snap ik helemaal. Blijf gezond en bedankt voor jouw lieve berichtje. xx